Menu

Werken vanuit de bedoeling

Vaak zijn er in een hospice vele tientallen vrijwilligers betrokken bij de uitvoering. Het kan een hele uitdaging zijn om met z’n allen één groot huishouden te runnen. Daar komt nog bij dat je de zorg voor de gasten en de naasten én de samenwerking met de verpleegkundigen handen en voeten moet geven. In zo’n groot huishouden gebeuren er regelmatig dingen die bij jou thuis anders gaan.

Naast dat er heel veel moois en goeds gebeurt kan het ook wel eens schuren, kunnen er misverstanden en gemopper ontstaan. Bij een thuisinzet moet je juist verhouden met het huishouden van de cliënt waar jij even “te gast” bent. Daar is het de vraag hoe je “de Bedoeling” vorm kunt geven in het 1 op 1 contact. De training die aangeboden werd gaat de vrijwilligers helpen en handvatten te geven om nog meer vanuit “De Bedoeling” te werken en elkaar of de cliënt en naasten makkelijker te vinden in waar het werkelijk om gaat.

Vragen die we tijdens de cursus besproken hebben zijn:

  • Waar gaat het jou om in je vrijwilligerswerk? Wat maakt dat je met stervende mensen en hun naasten wilt werken?
  • Wat is jouw motivatie, wat geeft jou energie, wat is de kern van het kiezen voor dit werk?
  • Waartoe bestaat jouw organisatie op aard? Wat is jullie gedeelde gezamenlijke Bedoeling?
  • Wat is van belang dat de organisatie regelt, wat moet in regels vastgelegd worden, wat mag losgelaten worden en waar handelen naar inzicht op het moment.
  • Wat zijn de kernwaarden, het kompas?
  •  Welke woorden zou je zeggen als je iemand wil vertellen welk vrijwilligers werk je doet zonder het te benoemen.bedoeling 1

De cursus komt niet uit de lucht vallen. De grondlegger van deze organisatiegedachten Wouter Hart brak vijf jaar geleden door met zijn bestseller Verdraaide organisaties. Hij adviseerde talloze organisaties in het werken ‘vanuit de bedoeling’. Dat bleek in praktijk lang niet eenvoudig. Daarom schreef hij een vervolg: Anders Vasthouden, 9 sleutels voor het werken vanuit de bedoeling.

bedoeling2.jpgIn zijn nieuwe boek valt Wouter Hart meteen met de deur in huis, met de volgende anekdote: zijn zoontje Jasper, bijna zes, vroeg of hij een bakje yoghurt mocht. Hart schrijft dat hij dat goed vond waarna zijn zoontje de yoghurt uit de koelkast pakte: ‘Ik schenken’, zei Jasper, ‘en jij stop zeggen, oké?’ ‘Nee…’, zei ik, ‘jij schenken, en jíj stop zeggen… en Sterre, mama en ik willen straks ook nog.’

Deze eenvoudige metafoor komt op veel plaatsen in het boek terug en staat bijvoorbeeld voor de medewerker die van iedere verantwoordelijkheid ontslagen is, omdat zijn baas voor hem bepaalt hoe vol zijn bakje mag. Ergens wel prettig: de medewerker zit altijd goed, en voor de baas blijft de situatie ook lekker overzichtelijk. Het wordt voor beiden spannender, als de medewerker zelf bepaalt hoeveel ‘yoghurt’ hij voor zichzelf inschenkt. Voldoet hij dan nog wel aan de norm van de baas? Het voordeel is wel dat hij leert zelf na te denken en verantwoordelijkheid te nemen. Bovendien, vertelt Hart, gebeurt er nog iets: de medewerker wordt uitgenodigd zich niet meer alleen op zijn eigen belang te richten maar ook verantwoordelijkheid te nemen voor het collectieve belang: blijft er genoeg yoghurt over voor de anderen?

Het yoghurtbakje gebruikt Hart als metafoor voor ingesleten patronen als jarenlang uren schrijven in het tijdregistratiesysteem op zo’n manier ‘dat ze je nooit ergens op kunnen betrappen’. Als de prikklok of als het budget dat aan het eind van het jaar moet zijn opgemaakt. Oftewel, hoe binnen organisaties de sturing en regulering is vormgegeven.

Werk vanuit de bedoeling

bedoeling3.jpgHet gebruik van dit soort metaforen is Hart ten voeten uit, zijn boek is doorspekt met dergelijke voorbeelden en anekdotes, voor iedereen herkenbaar. Hij deed hetzelfde in zijn vorige boek Verdraaide organisaties, waarin hij inmiddels ingeburgerde begrippen introduceerde als ‘werken vanuit de bedoeling’, en het ‘draaien van de pijl’. De essentie daarvan: voor organisaties is de systeemwereld, met zijn regels, procedures en prestatie-indicatoren, vaak leidend. Deze systeemwereld wordt rigide toegepast op de leefwereld, waarin de professionals de klant tegenkomen, voor wie het toch allemaal bedoeld is. Maar door dat harnas van regels kunnen professionals niet of nauwelijks inspelen op wat er in de praktijk werkelijk nodig is. Frustrerend en vermoeiend. Hart constateert dat de ‘denkrichting’ dan verkeerd is, want men denkt en doet vanuit de systeemwereld naar de leefwereld, eindigend bij de klant. Hij gaf in Verdraaide organisaties tips hoe je ‘de pijl’ kunt omdraaien, dus van de bedoeling (wat heeft die klant, leerling, bewoner of patiënt nodig?) naar de leefwereld, en pas dan naar de systeemwereld. Waarbij systemen dus niet langer leidend zijn, maar slechts ondersteunend.

Vroeger hersendood

Het werken vanuit de bedoeling vraagt om een cultuur van verantwoordelijkheid, tegenover het werken via de systeemwereld dat juist leidt tot een cultuur van volgzaamheid. In de woorden van Hart: zolang je je maar aan de letter houdt, hoef je niet werkelijk te gaan staan voor de geest. Maar dat doodt wel de nodige arbeidsvreugde, zegt Hart: ‘In een tbs-kliniek kwam ik een medewerker tegen die huilend over de gang liep en riep: “Mag ik er zelf dan helemaal niks meer van vinden?”

De belangrijkste les van Hart (aan managers) is: je moet niet de oplossing overnemen, maar ook niet helemaal loslaten. Het gaat om anders vasthouden. In plaats van de sturing via panklare oplossingen, gaat het erom het oplossend vermogen van medewerkers te stimuleren. Ter illustratie terug naar zoontje Jasper die van vader Hart zijn kamer moest opruimen. ‘Jasper kwam al na drie minuten naar beneden. Klaar. Of ik even wilde gaan kijken of hij het goed gedaan had. Dat vond ik wel slim van hem, want dan noem ik op wat niet goed is, ruimt hij dat op en is hij klaar. Hij externaliseert dan dus weer de oplossing, en maakt zichzelf daarmee tot uitvoerder. Zoals we ook in organisaties kwaliteit ophangen aan een externe lijst met criteria en onszelf daarmee ontslaan van een eigen visie op kwaliteit. Dus zei ik: “Jasper, als ik nu kom kijken, denk je dan dat ik ook vind dat jij je kamer goed hebt opgeruimd?” Waarop Jasper resoluut zei: “Nee, dat denk ik niet”. Toen zei ik: “Dan wil ik dat jij doorgaat met zelf opruimen totdat je denkt dat ik het goed vind.” Na een paar minuten riep hij me weer. Ik naar boven. Zag nog wel wat rommeltjes op de vloer, maar benoemde die niet. In plaats daarvan vertelde ik hem hoe ik zoiets zou checken: “Jasper, ik kijk altijd eerst even naar de vloer of ik daar nog rommeltjes zie liggen. Daarna kijk ik even of ik de kamer in zijn geheel er netjes uit vindt zien.” Jasper keek naar de vloer en met nieuwe ogen naar zijn kamer, paste daar nog iets in aan en toen was het goed. Kortom: ik stuurde niet door hem de oplossing te geven, maar door mijn visie op zijn oplossend vermogen bij hem te internaliseren en hem daarvoor verantwoordelijk te blijven maken. Want het gaat niet om loslaten maar om anders vasthouden.’

In het Hospice en bij de Thuiswaken zullen we samen op weg gaan om de bedoeling helder te krijgen en vandaar uit te werken met veel energie en vreugde. Werken vanuit de bedoeling en elkaar anders vasthouden om samen te groeien. Mocht u meer willen lezen over dit onderwerp dan verwijs ik u graag naar het artikel  Wouter Hart: ‘Niet loslaten, maar anders vasthouden!’ – Management Impact en de boeken van Wouter Hart.

Deze cursus is aangeboden aan alle vrijwilligers om samen op weg te gaan om te werken vanuit de bedoeling.

Martijne

ANBI Status

De VPTZ Wijchen (RSIN: 8005.55.636) zet zich voor 100% in voor het Algemeen Belang. Daarom is een gift aan de VPTZ en aan het Hospice Wijchen aftrekbaar bij uw belastingaangifte; dit volgens de speciale ANBI (Algemeen Nut Beogende Instellingen) –regeling.

VPTZ

Hospice en Thuiswaken Wijchen is aangesloten bij VPTZ Nederland.